Koffie is dan wel volledig ingeburgerd in Nederland maar het heeft een lange weg gehad. In de geschiedenis van dit zwarte genotsdrankje zijn er meerdere pogingen geweest het te verbieden.
Mecca, jaar 1511
Koffie werd in 1511 in Mekka verboden, omdat men dacht dat het radicaal en vrij denken stimuleerde. De bestuurders dachten dat het zijn oppositie zou kunnen verenigen.
Italië, 16e eeuw
Toen koffie in de 16e eeuw in Europa aankwam, drongen geestelijken erop aan dat het werd verboden en als Satanisch werd bestempeld. Maar paus Clemens VIII proefde, verklaarde het heerlijk en grapte zelfs dat het gedoopt moest worden. Op basis van deze pauselijke zegen ontstonden koffiehuizen snel in heel Europa.
Constantinopel, jaar 1623
Nadat Murad IV in 1623 de Ottomaanse troon opeiste, verbood hij snel koffie en zette hij een systeem van redelijke straffen op. De straf voor een eerste overtreding was een pak slaag. Iedereen die een tweede keer met koffie werd gevangen, werd in een leren tas genaaid en in het water van de Bosporus gegooid.
Zweden, jaar 1746
Zweden verklaarde de oorlog aan koffie in het jaar 1746. De regering verbood ook koffieapparatuur. Agenten namen bekers en schotels in beslag. Koning Gustav III beval zelfs veroordeelde moordenaars om koffie te drinken, terwijl artsen in de gaten hielden hoe veel koffie ze nodig hadden om ze te doden, wat geweldig was voor veroordeelden en saai voor de artsen.
Pruisen, jaar 1777
In 1777 publiceerde Frederick de Grote van Pruisen een manifest dat de superioriteit van bier boven koffie stelde. Hij beweerde dat koffie de bierconsumptie van het land belemmerde. De verklaring van Frederick verklaarde: “Zijne Majesteit werd grootgebracht met bier”, waarin hij uitlegde waarom hij dacht dat ontbijtdrinken een goed idee was.